User manual

Table Of Contents
407
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
Deze functie werkt niet met macrolenzen waarvan het werkelijke
diafragmagetal (f-getal) verandert wanneer de vergroting wordt gewijzigd.
Deze functie werkt niet met movies.
Als [ISO-snelheid] is ingesteld en de belichting kan niet worden behouden
binnen het bereik dat met [ISO-snelh.bereik] is ingesteld, wordt de ISO-
snelheid automatisch binnen het ingestelde bereik aangepast.
Als [Sluitertijd] is ingesteld en de belichting kan niet worden behouden
binnen het bereik dat met [82: Sluitertijdbereik instellen] is ingesteld,
wordt de sluitertijd automatisch aangepast binnen het ingestelde bereik.
Als situatie 1, 2 of 3 zich voordoet en de camera wordt uitgeschakeld (de
aan/uit-schakelaar wordt ingesteld op <2>, enz.) terwijl de belichting
wordt behouden, wordt de standaardbelichting bijgewerkt naar de
belichting op het moment dat de camera wordt uitgeschakeld.
Deze functie werkt ook met wijzigingen in de hoogste f-getal (kleinste
diafragma).
Als u [ISO-snelheid] of [Sluitertijd] instelt, situatie 1, 2 of 3 zich
voordoet en vervolgens situatie 1, 2 of 3 weer ongedaan wordt gemaakt
zonder dat de ISO-snelheid, de sluitertijd of het diafragma handmatig
wordt gewijzigd en de camera dus weer terug is in de oorspronkelijke
staat, wordt de oorspronkelijke belichtingsinstelling hersteld.
Als [ISO-snelheid] is ingesteld en de ISO-snelheid toeneemt naar een
uitgebreide ISO-snelheid, kan de sluitertijd wijzigen om de belichting te
behouden.