User manual

Table Of Contents
421
83: Aangepaste bedieningN
Tijdens een meting kunt u een AF-punt rechtstreeks met het instelwiel
<9> of <5> selecteren, zonder op de knop <S> te drukken. Met het
instelwiel <5> kunt u een AF-punt links of rechts selecteren.
(Herhalende reeks voor Zone-AF.)
*4:Wanneer u in het instellingenscherm van de multicontroller op de knop <B> drukt,
kunt u op het midden van <9> drukken om [Naar middelste AF-punt gaan] of
[Naar geregistreerd AF-punt gaan] te selecteren. Zie pagina 418 voor informatie
over het registreren van het AF-punt.
Tijdens een meting, kunt u aan het instelwiel <5> draaien om
rechtstreeks een bovenste of onderste AF-punt te selecteren zonder op
de knop <S> te hoeven drukken. (Herhalende reeks voor Zone-AF.)
Bij Servo AF voor movies kunt u de AF pauzeren door op de knop voor
scherptedieptecontrole of <0> te drukken. Druk nogmaals op de knop
om Servo AF voor movies te hervatten.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt lichtmeting uitgevoerd
(AF wordt niet uitgevoerd).
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, kunt u de
belichting tijdens de meting vergrendelen (AE-vergrendeling). Dit is handig
wanneer u de opname op meerdere gebieden wilt scherpstellen en meten
of een aantal opnamen wilt maken met dezelfde belichtingsinstelling.
: Directe AF-puntselectie
: Directe AF-puntselectie: Verticaal
: Servo AF voor movies gepauzeerd
: Start meten
: AE-vergrendeling
Om het diafragma te wijzigen in de modus <a> wanneer [Directe
AF-puntselectie], [Selectie directe AF-pt: vertic.] of [ISO-sn. inst.
( bij mtr)] (pag. 422) is toegewezen aan <5>, draait u aan het instelwiel
<6> terwijl u de knop <a> ingedrukt houdt.