User manual

Table Of Contents
475
Problemen oplossen
De AF-punten lichten rood op wanneer er is scherpgesteld in
omstandigheden met weinig licht.
In de modi <d>, <s>, <f>, <a> en <F> kunt u instellen of de
AF-punten rood oplichten wanneer scherpstelling is bereikt (pag. 132).
De snelheid van continue opname neemt mogelijk af op basis van de
sluitertijd, het diafragma, de omstandigheden van het onderwerp, de
helderheid, de lens, het gebruik van de flitser, de temperatuur, het type
accu, het resterende accuniveau, enzovoort (pag. 143).
Bij het gebruik van AI Servo AF neemt de snelheid voor continue
opname mogelijk af. Dit is afhankelijk van het onderwerp en de
gebruikte lens (pag. 143).
Als u gebruikmaakt van accu LP-E6 en opnamen maken bij lage
temperaturen (de accutemperatuur is laag), kan de snelheid van
continue opnamen met hoge snelheid afnemen (pag. 143).
De snelheid bij continue opnamen kan afnemen als het resterende
accuniveau laag is of als u opnamen maakt bij weinig licht (pag. 143).
Als u batterijgreep BG-E11 (afzonderlijk verkrijgbaar) met AA/R6-
accu's gebruikt, is de maximale snelheid bij continue opnamen circa
3,0 beelden per seconde voor continue opnamen met hoge snelheid.
Als u [z4: Antiknipperopname] instelt op [Inschakelen] en
opnamen maken bij een flikkerende lichtbron kan de snelheid van
continue opnamen afnemen, kan het interval tussen de opnamen
mogelijk afwijken en kan de ontspanvertraging mogelijk langer worden
(pag. 191).
Als u opnamen maakt van een onderwerp met fijne details
(bijvoorbeeld een grasveld), is het bestand groter en de
daadwerkelijke maximale opnamereeks mogelijk kleiner dan wordt
vermeld op pagina 151.
De AF-punten lichten niet rood op.
De snelheid van continue opnamen is laag.
De maximale opnamereeks is lager bij continue opnamen.