User manual

Table Of Contents
Problemen oplossen
478
Controleer of de flitser (of het pc-synchronisatiesnoer) goed is
bevestigd op de camera.
Als u een flitser van een ander merk gebruikt wanneer u Live View-
opnamen maakt, stelt u [z6: Stille LV-opname] in op [Uitschakelen]
(pag. 266).
Als u een andere flitser gebruikt dan een Speedlite uit de EX-serie,
werkt de flitser altijd op vol vermogen (pag. 245).
Wanneer de flitsvoorkeuze voor [Flits meetmethode] is ingesteld op
[TTL-flitsmeting] (automatische flits), werkt de flitser altijd op vol
vermogen (pag. 253).
Als flitsbelichtingscompensatie al is ingesteld op de externe Speedlite,
kan flitsbelichtingscompensatie niet meer worden ingesteld op de
camera. Wanneer de flitsbelichtingscompensatie van de externe
Speedlite wordt geannuleerd (ingesteld op 0), kan de
flitsbelichtingscompensatie van de camera weer worden ingesteld.
Stel onder [z1: Externe Speedlite besturing] de functie
[Flitssync.snelheid in AV-modus] in op [Automatisch] (pag. 248).
Als u de flitser gebruikt, maakt de sluiter bij iedere opname twee
geluiden (pag. 257).
De flitser werkt niet.
De flitser werkt altijd op vol vermogen.
De flitsbelichtingscompensatie kan niet worden ingesteld.
Snelle synchronisatie kan niet worden ingesteld in de modus <
f
>.
De sluiter maakt bij Live View-opnamen twee opnamegeluiden.