User manual

Table Of Contents
57
Basisbediening
(1)
Druk op een knop en draai aan
het instelwiel <5>.
Wanneer u op een knop zoals <n>
<o> <m> drukt, blijft de
desbetreffende functie gedurende zes
seconden geselecteerd. (9). Tijdens
deze zes seconden kunt u het instelwiel
<5> draaien om de instelling te wijzigen.
Wanneer de functie niet meer actief is of
als u de ontspanknop half indrukt, is de
camera klaar om een opname te maken.
Gebruik dit instelwiel als u de witbalans,
de transportmodus, de
flitsbelichtingscompensatie, het AF-punt,
enzovoort wilt selecteren of instellen.
(2)
Draai alleen aan het instelwiel <
5
>.
Draai, terwijl u in de zoeker of op het
LCD-paneel kijkt, het instelwiel <
5> om
de instelling te wijzigen.
Gebruik dit instelwiel om de waarde
voor de belichtingscompensatie, het
diafragma voor handmatige
belichting, enzovoort in te stellen.
5 Snelinstelwiel
De handelingen in (1) zijn ook mogelijk wanneer de schakelaar <R>
naar rechts is gezet (Multifunctievergrendeling, pag. 59).