Operation Manual

241
wAfdrukken
5
Stel het afdrukken van de datum
en het bestandsnummer in.
Geef de gewenste instellingen op.
Selecteer <
I
> en druk vervolgens op <
0
>.
Kies de gewenste instelling en druk
vervolgens op <0>.
6
Stel het aantal exemplaren in.
Geef de gewenste instellingen op.
Selecteer <
R> en druk vervolgens
op <0>.
Stel het aantal exemplaren in en druk
vervolgens op <0>.
7
Begin met afdrukken.
Selecteer [Print] en druk vervolgens
op <0>.
Met de functie voor eenvoudig afdrukken kunt u nog een opname met
dezelfde instellingen afdrukken. U hoeft de opname alleen maar te
selecteren en op de knop <
l
> te drukken. Bij de functie voor eenvoudig
afdrukken is het aantal exemplaren altijd 1. (U kunt het aantal exemplaren
niet instellen.) Ook worden bijsnijdbewerkingen (pag. 243) niet toegepast.
Bij de instelling [Standaard] voor afdrukeffecten en andere opties
worden de standaardinstellingen van de printer gebruikt zoals deze door
de fabrikant zijn ingesteld. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de
printer voor de [Standaard]-instellingen.
Afhankelijk van de bestandsgrootte en de opnamekwaliteit kan het even
duren voordat het afdrukken begint nadat u [Print] hebt geselecteerd.
Als kantelcorrectie (pag. 243) op de opname is toegepast, duurt het
langer voordat de opname wordt afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt beƫindigen, drukt u op <0> terwijl [Stop] wordt
weergegeven. Vervolgens selecteert u [OK].
Als u [Wis alle camera-instellingen] (pag. 176) uitvoert, worden de
standaardinstellingen hersteld.