Operation Manual

177
3 Een beeldstijl selecterenN
D Automatisch
De kleurtoon wordt automatisch aangepast aan de
omstandigheden. In natuur- en buitenopnamen en opnamen van
zonsondergangen zien de kleuren er echt levendig uit, zoals voor
blauwe luchten, bomen en struiken, en zonsondergangen.
P Standaard
Het beeld ziet er levendig, scherp en helder uit. Dit is een
algemene beeldstijl die in de meeste omstandigheden geschikt is.
Q Portret
Voor mooie huidskleurtinten. De opname heeft zachtere kleuren.
Geschikt voor portretten in close-up.
Door de [Kleurtoon] te wijzigen (pag. 181), kunt u de
huidskleurtint aanpassen.
R Landschap
Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en
heldere opnamen. Gebruik deze instelling voor indrukwekkende
landschappen.
u Gedetailleerd
Geschikt voor de weergave van gedetailleerde contouren en een
fijne structuur van het onderwerp. De kleuren zullen iets
levendiger zijn.
S Neutraal
Geschikt om het beeld met een computer te verwerken. Voor
natuurlijke kleuren en ingetogen opnamen met een bescheiden
helderheid en kleurverzadiging.
Kenmerken van beeldstijlen
Gebruik een andere beeldstijl als de gewenste kleurtoon niet wordt
verkregen met [Automatisch].