Operation Manual

200
Lichtafval is een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de
opname er donkerder uitzien als gevolg van de optische eigenschappen
van de lens. Een andere afwijking is het verschijnen van kleurranden rond
de contouren van het onderwerp. Dit heet chromatische aberratie.
Beeldvervorming door optische eigenschappen van de lens wordt
vervorming genoemd. En afgenomen opnamescherpte als gevolg van het
diafragma wordt diffractie genoemd. Deze lensafwijkingen kunnen worden
gecorrigeerd.
De opties [
Corr. helderh. randen
], [
Corr. chromat. afw.
] en
[
Diffractiecorrectie
] zijn standaard ingesteld op [
Inschakelen
], en
[
Vervormingscorrectie
] is standaard ingesteld op [
Uitschakelen
].
Als de correctiegegevens voor de lens zijn geregistreerd (opgeslagen) in
de camera, worden correctie van de helderheid van randen, correctie van
chromatische aberratie en vervormingscorrectie toegepast in de
basismodi. (In de modus <
q
> wordt vervormingscorrectie ook toegepast.)
Als het instellingenscherm [
Correctiegeg. niet beschikbaar
] of het
pictogram [ ] wordt weergegeven, betekent dit dat de correctiegegevens
voor de betreffende lens niet zijn vastgelegd in de camera. Zie
'Correctiegegevens voor de lens' op pagina 204.
1
Selecteer
[Lensafwijkingscorrectie].
Selecteer op het tabblad [z1] de
optie [Lensafwijkingscorrectie] en
druk vervolgens op <0>.
2
Selecteer [Corr. helderh. randen].
3 Correctie van lensafwijking door
optische eigenschappenN
Correctie helderheid randen