Operation Manual

206
Als u bij fel licht zoals TL-licht een opname maakt met hogere sluitertijd,
veroorzaakt het flikkeren van de lichtbron flikkeringen in de opname en
kan deze verticaal ongelijk belicht zijn. Als onder deze omstandigheden
continue opname wordt gebruikt, kan dit resulteren in ongelijke
belichtingen of kleuren op de opnamen. Als u deze functie gebruikt bij
opnamen met de zoeker, herkent de camera de flikkeringsfrequentie
van de lichtbron en wordt de foto genomen op het moment dat het
flikkeren minder effect heeft op de belichting of de kleurtoon.
1
Selecteer [Antiknipperopname].
Selecteer op het tabblad [z4] de
optie [Antiknipperopname] en druk
vervolgens op <0>.
2
Selecteer [Inschakelen].
3
Maak de opname.
De opname wordt genomen op het
moment dat het flikkeren een
minimaal effect heeft op de belichting
of kleurtoon.
3 Flikkeren verminderenN
Wanneer [Inschakelen] is ingesteld en u opnamen maakt onder een
flikkerende lichtbron, kan de ontspanvertraging langer worden. Ook kan
de snelheid bij continue opname afnemen en kan het opname-interval
onregelmatig worden.
Deze functie werkt niet bij spiegel opklappen, Live View-opnamen of
movie-opnamen.
Als in de modus <d> of <f> de sluitertijd tijdens continue opname
verandert of als u meerdere opnamen maakt van dezelfde scène met
verschillende sluitertijden, wordt de kleurtoon mogelijk niet consistent. U
kunt inconsistente kleurtonen voorkomen door de modus <s> of <a>
te gebruiken met een vaste sluitertijd.