Operation Manual

227
De ontvangen tijdinformatie uit GPS-signalen kan worden ingesteld op
de camera. De foutmarge is circa ±1 seconde.
1
Controleer de instelling [GPS].
Controleer of [GPS] is ingesteld op
[Modus 1] of [Modus 2].
2
Selecteer [Aut. tijdinst.].
3
Selecteer de gewenste instelling.
Selecteer [Auto-update] of [Nu
instellen] en druk vervolgens
op <0>.
[Auto-update] werkt de tijd bij
wanneer de camera is ingeschakeld
en een GPS-signaal wordt
ontvangen.
Tijd van GPS instellen op de camera
Als signalen van ten minste vijf GPS-satellieten niet kunnen worden
ontvangen, kan de tijd niet automatisch worden bijgewerkt. [Nu
instellen] wordt dan grijs weergegeven en is niet selecteerbaar.
Zelfs als [Nu instellen] kan worden geselecteerd, kan de tijd mogelijk
niet worden bijgewerkt wegens een ongunstige timing van de
GPS-signaalontvangst.
Wanneer [Aut. tijdinst.] is ingesteld op [Auto-update], kunt u de datum
of tijd niet handmatig instellen met [52: Datum/tijd/zone].