Operation Manual

229
De afgelegde route vastleggen
Geotaginformatie voor de route die de camera aflegt wordt vastgelegd
volgens de intervallen die zijn ingesteld met [Positie-update-int.]
(pag. 226). De loggegevens worden op datum opgeslagen in het
interne geheugen van de camera. De onderstaande tabel geeft aan
hoeveel dagen aan gegevens kunnen worden opgeslagen.
Loggegevenscapaciteit per positioneringsinterval
(bij benadering)
* Wanneer acht uur aan loggegevens per dag worden opgenomen.
De opgeslagen loggegevens in het interne geheugen kunnen als
logbestand naar een kaart worden overgedragen (pag. 230).
De naam van de logbestanden bestaat uit de datum en een nummer
(bijv. 17051800). Voor elke dag wordt een logbestand gemaakt. Als de
tijdzone verandert (pag. 49), wordt een nieuw logbestand gemaakt.
Als het interne geheugen van de camera vol raakt, worden de oudste
loggegevens gewist en worden de nieuwste loggegevens opgeslagen.
Wanneer [GPS] is ingesteld op [Modus 1], blijft de camera met
regelmatige tussenpozen GPS-signalen ontvangen, ook nadat de aan-
uitschakelaar van de camera is ingesteld op <2>. Als [Modus 2] is
ingesteld, blijft de camera met regelmatige tussenpozen GPS-signalen
ontvangen, zelfs wanneer automatische uitschakeling is geactiveerd.
De accu zal daardoor sneller leeg raken en het maximum aantal
opnamen zal afnemen. Wanneer [GPS-pos. loggen] bovendien is
ingesteld op [Inschakelen], raakt de accu door kortere update-
intervallen nog sneller leeg.
Wanneer u niet op reis bent of wanneer GPS-signalen zwak zijn, is het
raadzaam [GPS] in te stellen op [Uitschakelen].
Logs met geotaginformatie
Update-interval Loggegevens Update-interval Loggegevens
Elke 1 sec. 4,1 dagen Elke 30 sec. 100 dagen
Elke 5 sec. 20 dagen Elke 1 min. 100 dagen
Elke 10 sec. 41 dagen Elke 2 min. 100 dagen
Elke 15 sec. 61 dagen Elke 5 min. 100 dagen
Accuverbruik tijdens het loggen