Operation Manual

238
In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera
automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die
overeenkomt met de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE met
diafragmavoorkeuze. Bij een hoger f-getal (een kleiner diafragma)
vallen de voorgrond en achtergrond meer samen binnen de
acceptabele scherpstelling. Bij een lager f-getal (een groter diafragma)
vallen de voorgrond en achtergrond daarentegen minder samen binnen
de acceptabele scherpstelling.
* <f> staat voor 'Aperture value' (diafragmaopening).
1
Stel het programmakeuzewiel
in op <f>.
2
Stel het gewenste diafragma in.
Terwijl u op het LCD-paneel of in de
zoeker kijkt, draait u het instelwiel
<6>.
3
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
De sluitertijd wordt automatisch
ingesteld.
4
Bekijk de zoekerweergave
en maak een opname.
Zolang de sluitertijd niet knippert, wordt
de standaardbelichting verkregen.
f: AE met diafragmavoorkeuze
Scherpe voorgrond en achtergrond
(met een hoog f-getal van het diafragma: f/32)
Onscherpe achtergrond
(met een laag f-getal van het diafragma: f/5.6)