Operation Manual

242
a: Handmatige belichting
Als de ISO-snelheid is ingesteld op
A
(AUTO) voor opnamen met handmatige
belichting, kunt u belichtingscorrectie (pag. 245) als volgt instellen.
[z2: Bel.comp./AEB]
Gebruik onder [8C.Fn III-4: Aangepaste bediening], met
[ : Bel.comp. (vasth., dr.)] (pag. 502).
Quick Control (pag. 61)
Belichtingscorrectie met ISO auto
Als ISO Auto is ingesteld, wordt de instelling van de ISO-snelheid
aangepast aan de sluitertijd en het diafragma om de standaardbelichting
te verkrijgen. Daardoor verkrijgt u mogelijk niet het gewenste
belichtingseffect. Stel in dat geval de belichtingscorrectie in.
De ingestelde belichtingswaarde wordt niet toegepast op filmopnamen.
Als in [z2: Auto Lighting Optimizer/z2: Auto optimalisatie
helderheid] het vinkje [X] bij [Uitges. in modus M of B] wordt
verwijderd, kan Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
zelfs worden ingesteld in de modus <a> (pag. 194).
Als de camera is ingesteld op de modus <a> + ISO Auto + <q>
(Meervlaksmeting) en [8C.Fn I-8: Meetmth., AE vrgr. na schrpst.] is
ingesteld op de standaardinstelling (pag. 474), wordt de ISO-snelheid
vergrendeld na scherpstelling met 1-beeld AF wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
Wanneer ISO auto is ingesteld, kunt u op de knop <A> drukken om de
ISO-snelheid te vergrendelen.
Wanneer u op de knop <A> drukt en vervolgens een nieuwe
beeldcompositie maakt, kunt u op de belichtingsniveau-indicator het
verschil in het belichtingsniveau zien in vergelijking met de eerste keer
dat u op de knop <A> drukte.
Als belichtingscorrectie (pag.245) is toegepast in de modus <d>,
<s>, of <f>, blijft de reeds ingestelde hoeveelheid
belichtingscorrectie behouden als de opnamemodus verandert naar
<a> met ISO auto ingesteld.
Met ISO Auto ingesteld en [
8
C.Fn I-1: Belichtingsniveauverhogingen
]
ingesteld op [
1/2-stop
], wordt eventuele belichtingscorrectie voor 1/2-stop
uitgevoerd met de ISO-snelheid (1/3 stop) en sluitertijd. De weergegeven
sluitertijd verandert echter niet.