Operation Manual

246
O De gewenste belichtingscorrectie instellenN
Voor Live View-opnamen en movie-opnamen kan de belichtingscorrectie
maximaal ±3 stops zijn.
Als [z2: Auto Lighting Optimizer/z2: Auto optimalisatie
helderheid] (pag. 194) is ingesteld op iets anders dan [Uitschakelen],
kan de opname nog steeds licht zijn, zelfs als er een kleinere
belichtingscorrectie voor een donkerder opname is ingesteld.
De ingestelde belichtingscorrectiewaarde wordt niet toegepast
op filmopnamen.
De belichtingscorrectiewaarde blijft van toepassing, zelfs nadat u de
aan-uitschakelaar op <2> hebt gezet.
Nadat u de waarde voor de belichtingscorrectie hebt ingesteld, kunt u de
schakelaar <R> omhoog zetten om te voorkomen dat de waarde
voor de belichtingscorrectie per ongeluk wordt gewijzigd.
Indien de waarde voor belichtingscorrectie hoger is dan ±3 stops, wordt
bij het uiteinde van de indicator voor het belichtingsniveau <I> of <J>
weergegeven.
Met [8C.Fn I-7: Belichtingscomp. aut. annul.] kunt u instellen of u de
belichtingscorrectie-instelling wilt annuleren wanneer u de aan-
uitschakelaar op <2> hebt gezet (pag. 474).