Operation Manual

281
Bij gebruik van een Speedlite uit de EX-serie die compatibel is met de
flitsfunctie-instellingen, kunt u het menuscherm van de camera
gebruiken om de functies van de Speedlite en Persoonlijke voorkeuzen
in te stellen. Bevestig de Speedlite op de camera en schakel de
Speedlite in voordat u de flitsfuncties instelt.
Zie de instructiehandleiding van de Speedlite voor meer informatie over
functies van de Speedlite.
1
Selecteer [Externe Speedlite
besturing].
Selecteer op het tabblad [z1] de
optie [Externe Speedlite besturing]
en druk vervolgens op <0>.
Het scherm voor bediening van een
externe Speedlite wordt weergegeven.
2
Selecteer het gewenste item.
Selecteer de menuoptie die u wilt
instellen en druk op <0>.
Om flitsfotografie in te schakelen,
stelt u [Inschakelen] in. Als u alleen
het AF-hulplicht wilt gebruiken,
stelt u [Uitschakelen] in.
Voor normale flitsbelichtingen stelt u
deze optie in op [Evaluatief]. Als
[Gemiddeld] is ingesteld, wordt het
gemiddelde van de gehele gemeten
scène berekend. Afhankelijk van de
scène kan flitsbelichtingscorrectie nodig
zijn. Deze instelling is voor
geavanceerde gebruikers.
3 De flitsfunctie instellenN
Flitsen
E-TTL II-flitslichtmeting