Operation Manual

375
3 Menufunctie-instellingen
Trackinggevoeligheid van Servo AF voor moviesN
U kunt de trackinggevoeligheid van
Servo AF voor movies op zeven niveaus
instellen. Dit heeft invloed op de
reactiesnelheid van AF-
trackinggevoeligheid wanneer het
onderwerp van de AF-punten weg
beweegt, zoals tijdens pannen of
wanneer er een obstakel voor de AF-
punten komt.
Deze functie kan worden ingesteld als
[
z
4: Servo AF voor movies
] is ingesteld
op [
Inschakelen
] en [
z
4: AF-methode
]
is ingesteld op [
Live één pt AF
].
Vergrendeld: -3/ -2/-1
Met deze instelling is de camera minder geneigd om een ander
onderwerp te volgen als het AF-punt het oorspronkelijke onderwerp
kwijtraakt. Hoe dichter de instelling bij het minteken (-) staat, hoe
minder is de camera geneigd om een ander onderwerp te volgen. Dit is
effectief wanneer u wilt voorkomen dat de AF-punten snel iets anders
volgen dan het beoogde onderwerp tijdens pannen of wanneer er een
obstakel voor de AF-punten komt.
Gevoelig: +1/+2/+3
Hiermee reageert de camera sneller bij het volgen van een onderwerp
dat voor het AF-punt komt. Hoe dichter de instelling bij het plusteken (+)
staat, hoe sneller reageert de camera. Dit is effectief wanneer u een
bewegend onderwerp wilt blijven volgen terwijl de afstand ervan tot de
camera verandert, of als u snel wilt kunnen scherpstellen op een ander
onderwerp.
Als u [z4: AF-methode] instelt op [u+ volgen] of [Soepel zone],
resulteert dit in hetzelfde effect als wanneer [0] is ingesteld.