Operation Manual

438
U kunt 1-opnamen verwerken met de camera en ze opslaan als
JPEG-opnamen. Aangezien de RAW-opname zelf niet wordt gewijzigd,
kunt u de RAW-opname volgens verschillende 'recepten' verwerken om
er vervolgens diverse JPEG-opnamen van te maken.
Opmerking: 41- en 61-beelden kunnen niet met de camera
worden verwerkt. Gebruik Digital Photo Professional (EOS-software,
pag. 594) om die opnamen te verwerken.
1
Selecteer [RAW-beeldverwerking].
Selecteer op het tabblad [31] de
optie [RAW-beeldverwerking] en
druk vervolgens op <0>.
1-opnamen worden weergegeven.
2
Selecteer de opname die u wilt
verwerken.
Draai aan het instelwiel <
5
> om de
opname te selecteren die u wilt verwerken.
Als u op de knop <
u
> drukt en het
instelwiel <
6
> linksom draait, kunt u een
opname selecteren in de indexweergave.
3
Stel de gewenste verwerkingsopties in.
Druk op <0> en wacht totdat de
RAW-verwerkingsopties worden
weergegeven (pag. 441).
Gebruik <9> om een optie te
selecteren en draai vervolgens aan
het instelwiel <6> of <5> om de
instelling te wijzigen.
Instellingen zoals 'Aanpassing
helderheid', 'Witbalans' enzovoort zijn
zichtbaar in de weergegeven opname.
Druk op de knop <B> om terug te
keren naar de instellingen van de
opname zoals ze waren toen de
opname werd gemaakt.
R
RAW-opnamen met de camera verwerken
N