Operation Manual

475
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
C.Fn II: AF
C.Fn II-1 Trackinggevoeligheid
Hiermee stelt u de gevoeligheid in bij het
volgen van het onderwerp tijdens AI Servo
AF wanneer een obstakel door de AF-
punten gaat of wanneer het onderwerp zich
van het AF-punt vandaan beweegt.
0
Standaardinstelling. Geschikt voor bewegende onderwerpen in het
algemeen.
Vergrendeld: -2/Vergrendeld: -1
De camera blijft proberen scherp te stellen op het onderwerp, zelfs
wanneer een obstakel voor de AF-punten komt of het onderwerp
zich van de AF-punten vandaan beweegt. De instelling -2 zorgt
ervoor dat de camera het onderwerp langer blijft volgen dan bij de
instelling -1.
Als de camera echter op het verkeerde onderwerp scherpstelt,
duurt het wellicht iets langer om over te schakelen en op het
gewenste onderwerp scherp te stellen.
Gevoelig: +2/Gevoelig: +1
De camera kan opeenvolgend scherpstellen op onderwerpen op
verschillende afstanden die binnen het bereik van de AF-punten
vallen. Dit is ook effectief als u altijd wilt scherpstellen op het
onderwerp dat zich het dichtst bij u bevindt. De instelling +2 is
gevoeliger dan de instelling +1 wanneer u op het volgende
onderwerp scherpstelt.
De kans is echter groter dat de camera op een onbedoeld
onderwerp scherpstelt.
[8C.Fn II-1: Trackinggevoeligheid] is dezelfde functie als
[AI Servo-trackinggevoeligheid] op de EOS-1D Mark III/IV, EOS-1Ds
Mark III en EOS 7D.