Operation Manual

555
Problemen oplossen
Als u avondopnamen maakt wanneer de achtergrond donker is,
wordt de sluitertijd automatisch langer (opname met trage
synchronisatie) om zowel het onderwerp als de achtergrond goed
te kunnen belichten. U kunt een lange sluitertijd voorkomen door
bij [z1: Externe Speedlite besturing] de optie
[Flitssync.snelheid AV-modus] in te stellen op [1/180-1/60 sec.
auto] of [1/180 sec. (vast)] (pag. 282).
Controleer of de flitser goed is bevestigd op de camera.
Als u een flitser van een ander merk gebruikt wanneer u Live
View-opnamen maakt, stelt u [z5: Stille LV-opname] in op
[Uitschakelen] (pag. 303).
Als u een andere flitser gebruikt dan een Speedlite uit de EX-
serie, werkt de flitser altijd op vol vermogen (pag. 279).
Wanneer de flitsvoorkeuze voor [Flits meetmethode] is ingesteld
op [TTL-flitsmeting] (automatische flits), werkt de flitser altijd op
vol vermogen (pag. 286).
Als flitsbelichtingscorrectie al is ingesteld op de externe Speedlite,
kan flitsbelichtingscorrectie niet meer worden ingesteld op de
camera. Wanneer de flitsbelichtingscorrectie van de externe
Speedlite wordt geannuleerd (ingesteld op 0), kan de
flitsbelichtingscorrectie van de camera weer worden ingesteld.
Stel onder [z1: Externe Speedlite besturing] de functie
[Flitssync.snelheid AV-modus] in op [Automatisch] (pag. 282).
Wanneer ik de modus <f> gebruik in combinatie
met de flitser, neemt de sluitertijd toe.
De flitser werkt niet.
De flitser werkt altijd op vol vermogen.
De flitsbelichtingscorrectie kan niet worden ingesteld.
Snelle synchronisatie kan niet worden ingesteld in de modus <
f
>.