Operation Manual

94
<
A
> is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en
stelt automatisch de optimale instellingen in.
Bovendien past de camera de
scherpstelling automatisch aan op het niet-bewegende of bewegende
onderwerp door de beweging van het onderwerp te detecteren (pag. 97).
1
Stel het programmakeuzewiel
in op <A>.
Draai aan het programmakeuzewiel
terwijl u de ver-/ontgrendelknop in het
midden ingedrukt houdt.
Wanneer de beschrijving van de
opnamemodus verschijnt op het
LCD-scherm, drukt u op <0> om
deze te verbergen (pag. 89).
2
Richt het AF-kader op het onderwerp.
Alle AF-punten worden gebruikt om
scherp te stellen en de camera stelt
scherp op het dichtstbijzijnde object.
Het scherpstellen kan worden
vereenvoudigd door het midden van het
AF-kader op het onderwerp te richten.
3
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in. De
lenselementen worden aangepast om
scherp te stellen op het onderwerp.
Als de scherpstelling is bereikt, wordt
het AF-punt weergegeven waarop is
scherpgesteld. Op hetzelfde moment is
er een pieptoon te horen en brandt de
scherpstelindicator <
o
> in de zoeker.
Bij weinig licht lichten de gebruikte
AF-punten kort rood op.
A
Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)
Gebied AF-kader
Scherpstelindicator