Operation Manual

A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)
96
De pieptoon blijft zachtjes aanhouden. (De scherpstelindicator
<o> brandt niet.)
Dit geeft aan dat de camera voortdurend scherpstelt op een
bewegend onderwerp. (De scherpstelindicator <o> brandt niet.) U
kunt scherpe opnamen maken van een bewegend onderwerp.
De scherpstelvergrendeling (pag. 97) werkt in dit geval niet.
Er wordt niet op het onderwerp scherpgesteld als de
ontspanknop half is indrukt.
Wanneer de scherpstelmodusknop op de lens op <MF>
(handmatige scherpstelling) staat, zet u deze op <AF>
(automatische scherpstelling).
De weergegeven sluitertijd knippert.
Omdat het te donker is, kan het onderwerp onscherp worden door
beweging van de camera (bewegingsonscherpte). Het gebruik van
een statief of een Canon Speedlite uit de EX-serie (afzonderlijk
verkrijgbaar, pag. 278) wordt aanbevolen.
De externe flitser is gebruikt, maar het onderste gedeelte van
de opname is onnatuurlijk donker.
Als er een kap op de lens is bevestigd, kan deze het flitslicht
belemmeren. Als het onderwerp dichtbij is, verwijdert u de kap
voordat u een flitsopname maakt.
Stille enkele opname (pag. 157), Enkelbeeld in Live View-opnamen
enzovoort zijn effectief. Spiegel opklappen (pag. 265) is ook effectief
wanneer de opnamemodus is ingesteld op een van de Creatieve modi.
Voor continue opnamen is Stille continue opname (pag. 157) of
continue Live View-opnamen effectief.
Gebruik een stevig statief dat het gewicht van de opnameapparatuur
aankan. Bevestig de camera stevig op het statief.
Het gebruik van een afstandsbediening wordt aanbevolen (pag. 271,
273).
Onscherpe foto's voorkomen