Operation Manual

Table Of Contents
112
Het interval (de tijdsduur) voor het bijwerken van de geotag-gegevens
kunt u instellen. Hoe korter het interval, hoe nauwkeuriger de geotag-
gegevens zijn; bij een korter interval zijn echter minder opnamen
mogelijk.
1
Selecteer [Stel in].
Controleer of [GPS] is ingesteld op
[Inschakelen].
Selecteer [Stel in] en druk vervolgens
op <0>.
2
Selecteer [Positie-update-int.].
3
Stel het gewenste update-interval in.
Selecteer het gewenste update-
interval en druk op <0>.
Het positioneringsinterval instellen