Operation Manual

Table Of Contents
68
<A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de
scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien
past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het
onderwerp beweegt of niet (pag. 71).
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <A>.
Draai aan het programmakeuzewiel
terwijl u de ver-/ontgrendelknop in het
midden ingedrukt houdt.
2
Richt het gebied AF-kader op het
onderwerp.
Alle AF-punten worden gebruikt om
scherp te stellen en de camera stelt
scherp op het dichtstbijzijnde object.
Het scherpstellen kan worden
vereenvoudigd door het midden van
het gebied AF-kader op het
onderwerp te richten.
3
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in. De
scherpstelring van het objectief draait
om scherp te stellen.
Tijdens het automatisch scherpstellen
wordt <i> weergegeven.
Het AF-punt dat is gebruikt om
scherp te stellen wordt weergegeven.
Op hetzelfde moment is er een
pieptoon te horen en brandt de
scherpstelindicator <o>.
Bij weinig licht, lichten de gebruikte
AF-punten kort rood op.
Indien nodig komt de ingebouwde
flitser automatisch tevoorschijn.
A
Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)
Gebied AF-kader
Scherpstelindicator