Operation Manual

Table Of Contents
82
De AF-sensor van de camera heeft 65 AF-punten. De onderstaande afbeelding
toont het AF-sensorpatroon dat met elk AF-punt overeenkomt. Bij objectieven
met een maximaal diafragma van f/2.8 of groter is met het middelste AF-punt
uiterst nauwkeurige automatische scherpstelling mogelijk.
Afhankelijk van het objectief dat op de camera is bevestigd kan het aantal bruikbare
AF-punten en het AF-patroon afwijken. Raadpleeg pagina 83 en 86 voor meer informatie.
AF-sensor
De scherpstelsensor is afgestemd op een nauwkeurige
scherpstelling met objectieven met een maximaal diafragma
van f/2.8 of groter. Een diagonaal kruispatroon maakt het
gemakkelijker om scherp te stellen op onderwerpen die moeilijk
zijn voor automatische scherpstelling. Dit patroon is
beschikbaar op het middelste AF-punt.
De scherpstelsensor is afgestemd op objectieven met een
maximaal diafragma van f/5.6 of groter. Dankzij het horizontale
patroon kan de sensor verticale lijnen detecteren. Het dekt alle
65 AF-punten. Het middelste AF punt en de aangrenzende
AF-punten aan de boven- en onderkant zijn compatibel met
objectieven met een maximaal diafragma van f/8 of groter.
De scherpstelsensor is afgestemd op objectieven met een
maximaal diafragma van f/5.6 of groter. Door het verticale
patroon kan de sensor horizontale lijnen detecteren. Het dekt
alle 65 AF-punten. Het middelste AF-punt en de aangrenzende
AF-punten aan de linker- en rechterkant zijn compatibel met
objectieven met een maximaal diafragma van f/8 of groter.
Grafisch
Scherpstelling op basis van kruismetingen: f/5.6 verticaal + f/5.6 horizontaal
Scherpstelling op basis van dubbele kruismetingen:
f/2.8 diagonaal rechts + f/2.8 diagonaal links
f/5.6 verticaal + f/5.6 horizontaal