Operation Manual

Table Of Contents
95
U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Er zijn acht JPEG-
instellingen voor opnamekwaliteit:
73, 83, 74, 84, 7a, 8a, b, c
.
Er zijn drie RAW-instellingen voor beeldkwaliteit:
1, 41, 61
.
1
Selecteer [Beeldkwalit.].
Selecteer op het tabblad [z1] de
optie [Beeldkwalit.] en druk
vervolgens op <0>.
2
Selecteer de opnamekwaliteit.
Draai het instelwiel <6> om een
RAW-instelling te selecteren. Draai
het instelwiel <5> om een JPEG-
kwaliteit te selecteren.
Het nummer "**M (megapixels)
****
x
****" in de rechterbovenhoek
geeft het aantal vastgelegde pixels
aan en [***] is het aantal mogelijke
opnamen (weergegeven tot 9999).
Druk op <0> om de instelling vast te
leggen.
Selecteer in [51: Opnamefunctie +
kaart-/mapselectie], als
[Opnamefunctie] is ingesteld op
[Apart opslaan] de CF-kaart [f] of
SD-kaart [g] en druk op <0>.
Selecteer de gewenste
opnamekwaliteit en druk op <0>.
3 De opnamekwaliteit instellen
Standaard/Auto. kaartwissel/
Opsl. nr meerdere
Apart opslaan