Operation Manual

106
Wanneer in de basismodi de instellingen voor de opnamefunctie
worden weergegeven, kunt u op de knop <
Q
> drukken om het scherm
Quick Control weer te geven. In de tabellen op de volgende pagina ziet
u de functies die in de diverse basismodi kunnen worden ingesteld
vanuit het scherm Quick Control.
1
Stel het programmakeuzewiel in
op een basismodus.
2
Druk op de knop <Q>
(
7
).
Het scherm Quick Control wordt
weergegeven.
3
Stel de gewenste functie in.
Druk op de pijltjestoetsen <
W
> en
<
X
> of <
Y
> en <
Z
> om een functie
te selecteren.
De instellingen van de geselecteerde
functie en Uitleg (pag. 75) worden
weergegeven.
Draai aan het instelwiel <
6
> of
<
5
> om de instelling te wijzigen.
U kunt deze ook in een lijst selecteren
door een functie te kiezen en op
<
0
> te drukken.
Q Quick Control
Voorbeeld: portretmodus