Operation Manual

Opname met sfeerselectie
110
Sfeerinstellingen
1 Standaardinstelling
Standaardopnamekenmerken voor de respectieve opnamemodus.
Let op: <
2
> heeft opnamekenmerken die voor portretfoto's zijn
geoptimaliseerd en <
3
> is geoptimaliseerd voor landschapsfoto's.
Elke sfeer is een aanpassing van de opnamekenmerken van de
respectieve opnamemodus.
2 Levendig
Het onderwerp wordt scherp en levendig weergegeven. Met deze
sfeerinstelling ziet de foto er indrukwekkender uit dan met de
instelling [
1
Standaard
].
3 Soft
Het onderwerp wordt zachter en subtieler weergegeven. Goed voor
portretten, huisdieren, bloemen, enzovoort.
4Warm
Het onderwerp wordt zachter en met warmere kleuren
weergegeven. Goed voor portretten, huisdieren en andere
onderwerpen die u een warme uitstraling wilt geven.
5 Intens
De algehele helderheid wordt iets verminderd, terwijl het onderwerp
wordt benadrukt voor een intensere sfeer. Mensen of levende
onderwerpen vallen hierdoor meer op.
6 Koel
De algehele helderheid wordt iets verminderd waarbij koelere
kleurtinten worden toegepast. Een onderwerp in de schaduw komt
hierdoor kalmer en imposanter over.