Operation Manual

117
f
: De AF-bediening selecteren
N
Geschikt voor niet-bewegende
onderwerpen. Wanneer u de
ontspanknop half indrukt, stelt de
camera slechts één keer scherp.
Wanneer er is scherpgesteld, wordt het
AF-punt waarmee dit is gebeurd
weergegeven en licht ook de
scherpstelindicator <
o
> in de zoeker op.
Bij meervlaksmeting wordt de
belichting ingesteld op het moment dat
op het onderwerp is scherpgesteld.
Wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt, wordt de
scherpstelling vergrendeld. U kunt dan desgewenst een nieuwe
beeldcompositie maken.
1-beeld AF voor niet-bewegende onderwerpen
Scherpstelindicator
AF-punt
Als u niet kunt scherpstellen, gaat de scherpstelindicator <o> in de
zoeker knipperen. In dit geval kan er geen opname worden gemaakt,
ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Maak een nieuwe
beeldcompositie of zie "Wanneer niet automatisch kan worden
scherpgesteld" (pag. 136) en probeer opnieuw scherp te stellen.
Wanneer [z1: Pieptoon] is ingesteld op [Uitschakelen], hoort u geen
pieptoon als er op het onderwerp is scherpgesteld.
Nadat u in de modus 1-beeld AF hebt scherpgesteld, kunt u de
scherpstelling op een onderwerp vergrendelen en de compositie
aanpassen. Dit heet scherpstelvergrendeling. Dit is handig als u wilt
scherpstellen op een onderwerp aan de rand dat buiten het gebied van
het AF-kader valt.
Wanneer er een lens wordt gebruikt die is uitgerust met elektronische
handmatige scherpstelling, kunt u, nadat er automatisch is
scherpgesteld, handmatig scherpstellen door de scherpstelring op de
lens te draaien terwijl u de ontspanknop half indrukt.