Operation Manual

136
Soms kan er niet automatisch worden scherpgesteld (de scherpstelindicator
<
o
> van de zoeker knippert dan). Dit kan onder meer voorkomen bij de
volgende onderwerpen:
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
Onderwerpen met zeer weinig contrast
(bijvoorbeeld blauwe luchten, effen, platte oppervlakken, enzovoort)
Onderwerpen bij zeer weinig licht
Reflecterende onderwerpen of onderwerpen met heel veel tegenlicht
(bijvoorbeeld auto's met een zeer reflecterende carrosserie,
enzovoort)
Onderwerpen die zowel dichtbij als veraf vlak bij een AF-punt liggen
(bijvoorbeeld dieren in een kooi, enzovoort )
Onderwerpen zoals lichte puntjes dicht bij een AF-punt
(bijvoorbeeld nachtopnamen, enzovoort)
Onderwerpen met zich herhalende patronen
(bijvoorbeeld vensters in een wolkenkrabber, toetsenborden, enzovoort)
Ga in dergelijke situaties op een van de volgende manieren te werk om
scherp te stellen:
(1) Stel in de modus 1-beeld AF scherp op een object dat op dezelfde
afstand staa
t als het onderwerp en vergrendel de scherpstelling
voordat u de compositie opnieuw bepaalt (pag. 81).
(2) Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op <
MF
> en stel
handmatig scherp (pag. 137).
Wanneer niet automatisch kan worden
scherpgesteld
Afhankelijk van het onderwerp kan de scherpstelling worden bereikt door
de compositie van de opname iets aan te passen en opnieuw
automatisch scherp te stellen.
Omstandigheden waardoor moeilijk automatisch is scherp te stellen tijdens
Live View-opnamen of movie-opname staan vermeld op pagina 284.