Operation Manual

157
U kunt de beeldstijlen aanpassen. U kunt de parameterinstellingen van
beeldstijlen zoals [
Sterkte
], [
Details
] of [
Drempel
] van [
Scherpte
] en
[
Contrast
] en andere parameters in de standaardinstellingen wijzigen of
aanpassen. Maak testopnamen om het resultaat te bekijken. Zie pagina
159 voor het aanpassen van [
Monochroom
].
1
Selecteer [Beeldstijl].
Selecteer op het tabblad [
z
3
] de
optie [
Beeldstijl
] en druk vervolgens
op <
0
>.
2
Selecteer een beeldstijl.
Selecteer een beeldstijl en druk
vervolgens op <
B
>.
3
Selecteer een parameter.
Selecteer de parameter (zoals
[
Scherpte
] - [
Sterkte
]) die u wilt
instellen en druk vervolgens op <
0
>.
De instellingen en effecten worden
uitgelegd op pagina 158.
4
Stel de parameter in.
Pas de parameter naar wens aan en
druk vervolgens op <
0
>.
A Een beeldstijl aanpassenN