Operation Manual

169
Als de opname te donker wordt of als het contrast te laag is, kunnen de
helderheid en het contrast van de opname automatisch worden verbeterd.
Deze functie heet Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid).
De standaardinstelling is [
Standaard
]. Bij JPEG-opnamen wordt de
correctie toegepast wanneer de opname is gemaak
t.
Bij de basismodi wordt [Standaard] automatisch ingesteld.
1
S
electeer [Auto Lighting Optimizer/
Auto optimalisatie helderheid].
Selecteer op het tabblad [2] de optie
[Auto Lighting Optimizer/Auto
optimalisatie helderheid] en druk
vervolgens op <0>.
2
Selecteer de instelling.
Selecteer de gewenste instelling en
druk op <0>.
3
Maak de opname.
De opname wordt indien nodig
vastgelegd met gecorrigeerd(e)
helderheid en contrast.
3 Helderheid en contrast automatisch
corrigerenN
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de ruis toenemen.
I
ndien een andere optie dan [
Uitschakelen
] is ingesteld en u gebruikmaakt
van belichtingscorrectie of flitsbelichtingscorrectie om de opname donkerder
te maken, kan de opname nog steeds licht uitvallen. Indien u een kortere
belichting wilt, dient u deze optie eerst op [
Uitschakelen
] in te stellen.
Indien de HDR-modus (pag. 207), lichte-tonenprioriteit (pag. 174) of
opnamen maken met meervoudige belichting (pag. 212) is ingesteld,
wordt Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)
automatisch ingesteld op [Uitschakelen].
Indien u bij stap 2 op de knop <
B
> drukt en [
X
] bij de instelling [
Uitges.
in modus M of B
] uitschakelt, kan [
Auto Lighting Optimizer/Auto
optimalisatie helderheid
] ook worden ingesteld in de modi <
a
> en <
F
>.