Operation Manual

171
3
Ruisreductie instellen
N
Aandachtspunten voor het instellen van ruisonderdrukking bij
meerdere opnamen
Als de opnamen door cameratrilling erg zijn verschoven, is het effect van
de ruisonderdrukking mogelijk kleiner.
Wanneer u de camera in de hand houdt, dient u deze goed stil te houden om
cameratrilling te voorkomen. U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
Als u een opname van een bewegend onderwerp maakt, kunnen door de
beweging van het onderwerp nabeelden ontstaan.
De opnamen sluiten mogelijk niet goed op elkaar aan bij zich herhalende
patronen (rasters, strepen, enz.) en opnamen in één kleur.
Als de helderheid van het onderwerp verandert terwijl de vier opeenvolgende
opnamen worden gemaakt, kan dit leiden tot onregelmatige belichting in de
opname.
Na het maken van de opnamen kan het even duren voordat een opname
op de kaart is vastgelegd voor ruisonderdrukking en de opnamen
worden samengevoegd. Tijdens de verwerking van de opnamen wordt
"buSY" weergegeven in de zoeker en op het LCD-paneel en kunt u geen
nieuwe opnamen maken totdat het verwerkingsproces is voltooid.
U kunt AEB en witbalansbracketing niet gebruiken.
Als [z3: Ruisred. lange sluitertijd], [z3: Meerdere opnamen],
[z3: HDR-modus], AEB of witbalansbracketing is ingesteld, kan
[Ruisond. bij meerd. opn.] niet worden ingesteld.
U kunt [Ruisond. bij meerd. opn.] niet instellen bij bulbbelichting of
movie-opname.
Flitsopname is niet mogelijk. Het AF-hulplicht wordt ingeschakeld
volgens de instelling die u op het tabblad [8 C.Fn II-6: AF-hulplicht]
hebt ingesteld.
Als u de camera uitschakelt of de opnamemodus wijzigt naar een
basismodus, <F> of movie-opname, wordt de instelling gewijzigd in
[Standaard].