Operation Manual

175
Lichtafval is een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de opname
donkerder eruit zien als gevolg van de fysieke eigenschappen van de lens. Een
andere afwijking is het verschijnen van kleurranden rond de contouren van het
onderwerp. Dit heet chromatische aberratie. Elke beeldvervorming door
karakteristieken van de lens wordt vervorming genoemd. Deze lensafwijkingen en
lichtafval kunnen worden gecorrigeerd. Correctie van helderheid van randen en
correctie van chromatische aberratie zijn standaard ingesteld op [
Inschakelen
], en
Vervormingscorrectie is standaard ingesteld op [
Uitschakelen
].
Als [
F
Correctiegeg. niet beschikbaar
] wordt weergegeven, raadpleegt u
'Correctiegegevens voor de lens' op pagina 177.
1
Selecteer
[Lensafwijkingscorrectie].
Selecteer op het tabblad [
z
1
] de
optie [
Lensafwijkingscorrectie
] en
druk vervolgens op <
0
>.
2
Selecteer de instelling.
Controleer of [
Correctiegegevens
beschikbaar
] wordt weergegeven
voor de gebruikte lens.
Selecteer [
Helderheid randen
] en
druk vervolgens op <
0
>.
Selecteer [
Inschakelen
] en druk
vervolgens op <
0
>.
3
Maak de opname.
De opname wordt vastgelegd met de
gecorrigeerde helderheid van de randen.
3 Correctie van helderheid randen en
chromatische afwijkingenN
Correctie helderheid randen
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er mogelijk ruis aan de randen
van een opname ontstaan.
De toegepaste mate van correctie is lager dan de maximale correctie die kan
worden toegepast met Digital Photo Professional (EOS-software, pag. 512).
Hoe hoger de ISO-snelheid, hoe lager de mate van correctie.
In basismodi worden de correctie helderheid randen en de correctie
chromatische aberratie automatisch toegepast. Vervormingscorrectie
wordt niet toegepast.