Operation Manual

177
3
Correctie van helderheid randen en chromatische afwijkingen
N
De camera bevat al gegevens voor de correctie van helderheid van
randen, van chromatische aberratie en van vervormingen voor circa 30
lenzen. Als u [
Inschakelen
] selecteert, worden de correctie van helderheid
van randen en de correctie van chromatische aberratie automatisch
toegepast voor elke lens waarvoor correctiegegevens in de camera zijn
opgeslagen.
U kunt in EOS Utility (de meegeleverde software voor de EOS) bekijken
van welke lenzen correctiegegevens zijn opgeslagen in de camera. U
kunt ook correctiegegevens voor niet-geregistreerde lenzen vastleggen.
Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding voor meer informatie.
Voor lenzen met correctiegegevens is het niet nodig de
correctiegegevens op de camera te registreren.
Correctiegegevens voor de lens
Wanneer vervormingscorrectie is ingeschakeld, gebruikt de camera een
kleiner beeldbereik dan door de zoeker te zien is. (De beeldranden
worden iets bijgesneden en de resolutie iets verlaagd.)
De vervormingscorrectie is wel zichtbaar in de vastgelegde opname,
maar niet in de zoeker of Live View-opname tijdens de opnamen.
Als u [Vervormingscorrectie] instelt op [Inschakelen], neemt de
maximale opnamereeks (pag. 145) tijdens continue opname af.
Vervorming wordt niet gecorrigeerd als u een movie opneemt of de HDR-
modus, meervoudige belichting of ruisonderdrukking bij meerdere
opnamen instelt.
Vervormingscorrectie toepassen tijdens Live View-opnamen heeft enige
invloed op de beeldhoek.
Gegevens over de AF-puntweergave (pag. 352) en stofwisdata
(pag. 405) worden niet toegevoegd aan opnamen die zijn opgeslagen
met vervormingscorrectie ingeschakeld.