Operation Manual

197
a
: Handmatige belichting
Als de ISO-snelheid is ingesteld op
A
(AUTO) voor opnamen met
handmatige belichting, kunt u belichtingscorrectie (pag. 200) als volgt
instellen.
•[
z
2: Bel.comp./AEB
]
•Bij [
8
C.Fn III-4: Aangepaste bediening
] met [
s
: Bel.comp.
(vasth.,
S
dr.)
] (pag. 438).
Quick Control (pag. 56)
Belichtingscorrectie met ISO auto
Als ISO auto is ingesteld, wordt de instelling van de ISO-snelheid
aangepast aan de sluitertijd en het diafragma om een
standaardbelichting te verkrijgen. Daardoor verkrijgt u mogelijk niet het
gewenste belichtingseffect. Stel in dat geval de belichtingscorrectie in.
Als de flitser wordt gebruikt wanneer ISO auto is ingesteld, wordt
belichtingscorrectie niet toegepast, ook niet wanneer een waarde voor
belichtingscorrectie is ingesteld.
Als bij [z2: Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid)] het selectievakje [X] voor [Uitges. in modus M of B]
wordt verwijderd, kan Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) zelfs worden ingesteld in de modus <a> (pag. 169).
Wanneer ISO auto is ingesteld, kunt u op de knop <A> drukken om de
ISO-snelheid te vergrendelen.
Wanneer u op de knop <A> drukt en vervolgens een nieuwe
beeldcompositie maakt, kunt u op de indicator van het belichtingsniveau
het verschil in het belichtingsniveau zien in vergelijking met de eerste
keer dat u op de knop <A> drukte.
Als belichtingscorrectie (pag. 200) werd toegepast in de modus <d>,
<s> of <f> en de opnamemodus vervolgens naar <a> wordt
geschakeld met ISO auto ingesteld, blijft de al ingestelde waarde voor
belichtingscorrectie van kracht.
Met ISO auto ingesteld en [8C.Fn I-1:
Belichtingsniveauverhogingen] ingesteld op [1: 1/2-stop], wordt
eventuele belichtingscorrectie voor 1/2-stop uitgevoerd met de ISO-
snelheid (1/3 stop) en sluitertijd. De weergegeven sluitertijd verandert
echter niet.