Operation Manual

207
Uitgeknipte hooglichten en schaduwen worden verminderd, zodat er
een groot dynamisch bereik wordt behaald, ook bij zeer contrastrijke
scènes. HDR-opnamen zijn effectief bij het fotograferen van
landschappen en stillevens.
Bij het maken van HDR-opnamen worden voor elke foto drie
continue opnamen met verschillende belichtingstijden
(standaardbelichting, onderbelichting en overbelichting)
vastgelegd. Deze worden vervolgens automatisch samengevoegd.
De HDR-opname wordt vastgelegd als een JPEG-opname.
* HDR staat voor 'High Dynamic Range' (groot dynamisch bereik).
1
Selecteer [HDR-modus].
Selecteer op het tabblad [
z
3
] de
optie [
HDR-modus
] en druk
vervolgens op <
0
>.
Het scherm van de HDR-modus
wordt geopend.
2
Stel [Dyn. bereik aanp.] in.
Selecteer de gewenste instelling voor
het dynamisch bereik en druk op <
0
>.
Wanneer u [
Auto
] selecteert, wordt
het dynamisch bereik automatisch
ingesteld, afhankelijk van het
algehele kleurtoonbereik.
Hoe hoger het getal, des te groter het
dynamisch bereik.
Om het maken van HDR-opnamen uit te
schakelen, selecteert u [
HDR uitsch.
].
3
Stel [Effect] in.
Selecteer het gewenste effect en druk
vervolgens op <
0
>.
w
: HDR-opnamen (High Dynamic Range)
N