Operation Manual

219
Naar cameratrillingen die worden veroorzaakt door de reflexspiegelactie
wanneer de opname wordt gemaakt, wordt verwezen met de Engelse term
'mirror shock'. Met Spiegel opklappen blijft de spiegel opgeklapt voor en
tijdens de opname om te voorkomen dat de opname door cameratrilling
onscherp wordt. Deze functie is nuttig bij het maken van close-ups
(macrofotografie), het gebruiken van een supertelelens en het maken van
opnamen bij lange sluitertijden.
1
Stel [Spiegel opklappen] in op
[Inschakelen].
Selecteer op het tabblad [
z
4
] de
optie [
Spiegel opklappen
] en druk
vervolgens op <
0
>.
Selecteer [
Inschakelen
] en druk
vervolgens op <
0
>.
2
Stel scherp op het onderwerp en
druk vervolgens de ontspanknop
helemaal in.
De spiegel wordt opgeklapt.
3
Druk de ontspanknop nogmaals
helemaal in.
De opname wordt gemaakt en de spiegel
wordt weer naar beneden geklapt.
2 Spiegel opklappenN
Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense
kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de
interne onderdelen van de camera.
Bij zeer fel licht, bijvoorbeeld op het strand of tijdens het skiën op een zonnige
dag, kunt u de opname het beste meteen na het opklappen van de spiegel
maken.
Als u de zelfontspanner en bulbbelichting gebruikt in combinatie met de
spiegelopklapfunctie, moet u de ontspanknop volledig ingedrukt blijven houden
(gedurende de vertragingstijd van de zelfontspanner en de bulbbelichtingstijd). Als
u de ontspanknop loslaat tijdens het aftellen van de zelfontspanner, klinkt er een
geluid dat aangeeft dat de ontspanknop is losgelaten, maar wordt er geen opname
gemaakt.
Tijdens het opklappen van de spiegel zijn opname-instellingen, menugebruik,
enzovoort, uitgeschakeld.