Operation Manual

228
I
n de creatieve modi drukt u op de knop <
D
>
om de ingebouwde flitser omhoog te klappen.
Controleer voordat u opnamen maakt of
[
D
] in de zoeker wordt weergegeven. Druk
na het maken van de opnamen de
ingebouwde flitser met uw vingers terug,
totdat deze vastklikt.
In basismodi kunt u afhankelijk van de opnamemodus de ingebouwde
flitser instellen met Quick
Control (pag. 107).
De onderstaande tabel geeft de instellingen weer voor de sluitertijd en
het diafragma die met de flitser worden gebruikt.
D De ingebouwde flitser gebruiken
Opnamemodus
Sluitertijd Diafragma
d
Automatisch ingesteld (1/250 sec. - 1/60 sec.)
Automatisch
ingesteld
s Handmatig ingesteld (1/250 sec. - 30 sec.)
Automatisch
ingesteld
f Automatisch ingesteld (1/250 sec. - 30 sec.)
Handmatig
ingesteld
a Handmatig ingesteld (1/250 sec. - 30 sec.)
Handmatig
ingesteld
F
Belichting gaat door terwijl u de ontspanknop
ingedrukt houdt of als de bulbtimer in
werking is.
Handmatig
ingesteld
Flitsfotografie in de modus <f>
Om de juiste flitsbelichting te verkrijgen, wordt het flitsvermogen automatisch
(automatische flitsbelichting) op het handmatig ingestelde diafragma
afgestemd. De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 1/250 seconde
en 30 seconden, afhankelijk van de lichtomstandigheden.
Bij weinig licht wordt het hoofdonderwerp belicht met de automatische flitser.
De achtergrond wordt belicht met de automatisch ingestelde langere
sluitertijd. Zowel het onderwerp als de achtergrond zien er goed belicht uit en
krijgen wat meer sfeer (automatische lange flitssynchronisatietijd). Wanneer
u de camera in de hand houdt, dient u deze goed stil te houden om
cameratrilling te voorkomen. U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
Als u een lange sluitertijd wilt voorkomen, stelt u in [z1: Flitsbesturing]
de optie [Flitssync.snelheid AV-modus] op [1/250-1/60 sec. auto] of
[1/250 sec. (vast)] (pag. 236).