Operation Manual

D
Een externe Speedlite gebruiken
234
Wanneer Speedlites uit de EZ-/E-/EG-/ML-/TL-serie worden
ingesteld op de automatische A-TTL- of TTL-flitsmodus, werkt
de flitser alleen op volledig vermogen.
Stel de opnamemodus van de camera in op <
a
> (handmatige
belichting) of <
f
> (AE met diafragmavoorkeuze) en pas de
diafragma-instelling aan voordat u de opname maakt.
Als u een Speedlite gebruikt die over een modus voor handmatig
flitsen beschikt, maakt u de opname in de modus voor handmatig
flitsen.
Synchronisatiesnelheid
De camera kan synchroniseren met compacte niet-Canon-flitsers bij
een sluitertijd van 1/250 seconde en langzamer. Met grote studioflitsers
moet u ervoor zorgen dat u flitssynchronisatie altijd test voordat u
opnamen maakt met een ingestelde synchronisatiesnelheid tussen
circa 1/60 seconde en 1/30 seconde. De flitsduur van dergelijke flitsers
is langer dan die van compacte flitsers en varieert per model.
Aandachtspunten voor Live View-opnamen
Als u voor Live View-opnamen een flitser gebruikt van een ander merk
dan Canon, stelt u [
z
6: Stille LV-opname
] in op [
Uitschakelen
]
(pag. 272). De flitser werkt niet als deze optie is ingesteld op [
Modus 1
]
of [
Modus 2
].
Canon Speedlites die niet tot de EX-serie behoren
Niet-Canon-flitsers
De camera werkt mogelijk niet goed als deze wordt gebruikt in
combinatie met een flitser of flitsaccessoire van een ander merk.
Plaats geen hogespanningsflitser op de flitsschoen van de camera. Deze
werkt dan mogelijk niet.