Operation Manual

275
De AF-bediening selecteren
N
Deze AF-bediening is geschikt voor bewegende onderwerpen.
Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt, blijft de camera
voortdurend scherpstellen op het onderwerp.
Als de transportmodus is ingesteld op continue opname met hoge
snelheid, is de maximale snelheid circa 5,0 beelden/sec. Bij het
maken van de opnamen wordt voorrang gegeven aan de snelheid
voor continue opnamen.
Als de transportmodus is ingesteld op continue opname met lage
snelheid, is de maximale snelheid circa 3,0 beelden/sec. Bij het
maken van de opnamen wordt voorrang gegeven aan het volgen
van het onderwerp.
Voor flitsfotografie worden de continue opnamen minder snel na
elkaar gemaakt.
Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt blauw. Er klinkt in
dit geval geen pieptoon.
De belichting wordt ingesteld op het moment dat de opname wordt gemaakt.
Afhankelijk van de gebruikte lens, de afstand tot het onderwerp en de
snelheid van het onderwerp kan de camera mogelijk niet goed scherpstellen.
Als u de zoom bedient tijdens continue opnamen, gaat de
scherpstelling mogelijk verloren. Maak de opname nadat u met de
zoom de gewenste compositie hebt bepaald.
Servo AF voor bewegende onderwerpen
Met
[
Servo AF
]
kan de beeldkwaliteit worden ingesteld op 1 of JPEG.
Als 41 of 61 wordt ingesteld, wordt de afbeelding vastgelegd met
de ingestelde 1-kwaliteit.
Als [Servo AF] is ingesteld en ruisonderdrukking bij meerdere opnamen
is ingesteld, zal [Hoge ISO-ruisreductie] automatisch overschakelen
naar [Standaard].