Operation Manual

291
Algemene aandachtspunten bij het maken van Live View-opnamen
Live View-beeld
Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het Live View-beeld mogelijk niet
de helderheid van de daadwerkelijke opname weergegeven.
Ook wanneer er een lage ISO-snelheid is ingesteld, kan er ruis zichtbaar zijn
op het weergegeven Live View-beeld bij weinig licht. Maar wanneer u de
opname maakt, bevat de opgeslagen opname minimale ruis. (De beeldkwaliteit
van het Live View-beeld is anders dan die van de opgeslagen opname.)
Als de lichtbron (de verlichting) in het beeld verandert, kan het scherm gaan
flikkeren. Als dit gebeurt, sluit u de Live View-opname af en hervat u de Live
View-opname bij de lichtbron die u daadwerkelijk wilt gebruiken.
Wanneer u de camera in een andere richting houdt, wordt de helderheid van
de Live View-opname mogelijk even niet juist weergegeven. Wacht met het
maken van opnamen totdat het helderheidsniveau is gestabiliseerd.
Als er zich een zeer felle lichtbron in de opname bevindt, kan het heldere
gedeelte op het LCD-scherm zwart lijken. Op de opname zelf wordt het
heldere gedeelte wél goed weergegeven.
Wanneer u bij weinig licht [
5
2: LCD-helderheid
] op een heldere instelling zet,
kunnen er ruis of onregelmatige kleuren in de Live View-opname optreden. De
ruis of onregelmatige kleuren worden echter niet in de opname vastgelegd.
Wanneer u het beeld vergroot, lijkt dit mogelijk scherper dan het
daadwerkelijke beeld.
Persoonlijke voorkeuze
Tijdens het maken van Live View-opnamen zijn bepaalde persoonlijke
voorkeuze-instellingen niet actief (pag. 411).
Lens en flitser
Als de bevestigde lens Image Stabilizer (beeldstabilisatie) bevat en u de
schakelaar voor Image Stabilizer (beeldstabilisatie) op <
1
> zet, is dit altijd
actief, zelfs als u de ontspanknop niet half indrukt. Image Stabilizer
(beeldstabilisatie) gebruikt accuvermogen en kan het maximum aantal mogelijke
opnamen doen afnemen afhankelijk van de opnameomstandigheden. Als Image
Stabilizer (beeldstabilisatie) niet nodig is, bijvoorbeeld wanneer u een statief
gebruikt, wordt het aanbevolen om de schakelaar voor Image Stabilizer
(beeldstabilisatie) op <
2
> te zetten.
De voorinstelling voor scherpstellen is voor het maken van Live View-
opnamen alleen beschikbaar bij gebruik van een (super)telelens met een
voorinstellingsmodus voor scherpstellen die sinds de tweede helft van
2011 worden uitgebracht.
Flitsbelichtingsvergrendeling is niet mogelijk wanneer de ingebouwde
flitser wordt gebruikt. FE-vergrendeling en Instellicht werken niet als er
een externe Speedlite wordt gebruikt.