Operation Manual

313
3
De geluidsopname instellen
Microfoons gebruiken
Normaliter nemen de ingebouwde microfoons geluid in stereo op.
Opname in stereogeluid is ook mogelijk door een in de winkel
verkrijgbare externe ster
eomicrofoon die is uitgerust met een
ministereostekker (
3,5 mm) aan te sluiten op de IN-aansluiting voor
externe microfoons op de camera (pag. 26).
Hoofdtelefoon gebruiken
Het is mogelijk om tijdens movie-opname naar geluid te luisteren
door een in de handel verkrijgbare externe stereohoofdtelefoon met
een ministekker van 3,5 mm in diameter aan te sluiten op de
aansluiting voor hoofdtelefoons op de camer
a (pag. 26). U kunt het
geluidsvolume van de hoofdtelefo
on regelen door op de knop <
Q
>
te drukken en <
y
> te selecteren. Draai vervolgens aan <
5
> om
het volume aan te passen (pag. 305).
U kunt ook een hoofdtelefoon gebruiken tijdens het afspelen van de movie.
Wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt voor audio wordt ruisonderdrukking
niet toegepast op de hoofdtelefoonuitgang. Hierdoor kan wat u hoort
afwijken van het werkelijke geluid dat bij de movie wordt opgenomen.
Een externe microfoon kan ruis opnemen terwijl draadloze functies worden
gebruikt. Houd voldoende afstand tussen de camera en de microfoon.
In basismodi kunt u de instellingen voor [z2: Geluidsopname] instellen
op [Inschakelen/Uitschakelen]. Indien [Inschakelen] is ingesteld, wordt
het geluidsopnameniveau automatisch aangepast (zoals bij
[Automatisch]) en zal de windfilterfunctie worden ingeschakeld.
De geluidsvolumebalans tussen L (links) en R (rechts) kan niet worden
aangepast.
Audio wordt opgenomen met een samplingfrequentie van 48 kHz/16-bits.