Operation Manual

361
U kunt tijdens de weergave op de knop <
Q
> drukken om de volgende
opties in te stellen: [
J
: Beveilig beelden
], [
b
: Beeld roteren], [
9
:
Classificatie
], [
R
: RAW-beeldverwerking], [
U
: Creatieve filters], [
S
:
Wijzig formaat] (alleen JPEG-beelden), [
N
: Trimmen (alleen JPEG-
beelden)], [
1
: Overbelichtingswaarschuwing
], [
T
: AF-puntweergave
],
[
e
: Spring met
6
] en [
q
: Beelden n. smartphone verz.
*].
Voor movies kunnen alleen de functies die hierboven vetgedrukt
worden weergegeven worden ingesteld.
* Niet selecteerbaar als [Wi-Fi/NFC] onder [51: Inst. draadloze communicatie]
is ingesteld op [Uitschakelen].
1
Druk op de knop <Q>.
Druk tijdens de opnameweergave op
de knop <
Q
>.
De opties voor Quick Control worden
weergegeven.
2
Selecteer een functie en stel deze in.
Druk op de pijltjestoetsen <
W
> en
<
X
> om een functie te selecteren.
De huidige instelling van de
geselecteerde functie wordt onder in
het scherm weergegeven.
Druk op de pijltjestoetsen <
Y
> en
<
Z
> om de instelling te wijzigen.
Wanneer u de RAW-beeldverwerking
(pag. 390), Creatieve filters
(pag. 399), Wijzig formaat (pag. 395),
Trimmen (pag. 397) of Beelden naar
smartphone verzenden instelt, moet u
ook o
p <
0
> drukken om de
instelling te bevestigen.
Spring met
6
: Stel de classificatie
(pag. 354) in met de knop <
B
>.
Druk op de knop <
M
> om te
annuleren.
Q Quick Control voor weergave