Operation Manual

397
U kunt een JPEG-opname bijsnijden en deze opslaan als een andere
opname.
JPEG
c
- en RAW-opnamen kunnen niet worden
bijgesneden.
JPEG-opnamen die zijn gemaakt met RAW+JPEG,
kunnen worden bijgesneden.
1
Selecteer [Trimmen].
Selecteer op het tabblad [
x
2
] de optie
[
Trimmen
] en druk vervolgens op <
0
>.
Er wordt een opname weergegeven.
2
Selecteer een opname.
Draai aan het instelwiel <
5
> om de
opname te selecteren die u wilt bijsnijden.
Wanneer u op de knop <
I
> drukt, kunt u
overschakelen op de indexweergave en een
opname selecteren.
3
Stel de grootte, aspect ratio,
positie en richting van het
bijsnijdkader in.
Druk op <
0
> om het bijsnijdkader
weer te geven.
Het gedeelte van de opname dat
binnen het bijsnijdkader valt, wordt
bijgesneden.
De grootte van het bijsnijdkader wijzigen
Druk op de knop <
u
> of <
I
>.
De grootte van het bijsnijdkader wordt gewijzigd. De vergroting van
de opname neemt toe naarmate het bijsnijdkader kleiner wordt.
De aspect ratio wijzigen
Draai aan het instelwiel <
5
>.
De aspect ratio van het bijsnijdkader wordt achtereenvolgens
gewijzigd in [
3:2
], [
16:9
], [
4:3
] of [
1:1
].
N JPEG-opnamen bijsnijden