Operation Manual

410
1
Selecteer [8].
2
Selecteer de groep.
Selecteer een van de persoonlijke
voorkeuze-instellingen C.Fn I, II of III
en druk vervolgens op <
0
>.
3
Selecteer het nummer van de
persoonlijke voorkeuze.
Druk op de pijltjestoetsen <
Y
> en
<
Z
> om het nummer van de
persoonlijke voorkeuze te selecteren
en druk vervolgens op <
0
>.
4
Wijzig de instelling.
Druk op de pijltjestoetsen <
W
> en
<
X
> om de gewenste instelling
(nummer) te selecteren en druk
vervolgens op <
0
>.
Herhaal stap 2 tot en met 4 om andere
persoonlijke voorkeuzen in te stellen.
De ingestelde persoonlijke
voorkeuze-instellingen worden onder
in het scherm vermeld, onder de
respectieve functienummers.
5
Verlaat de instelling.
Druk op de knop <
M
>.
Het scherm van stap 2 wordt weer
weergegeven.
Selecteer in stap 2 [
Wis pers. voorkeuze (C.Fn)
] om alle persoonlijke
voorkeuze-instellingen te wissen.
3 Persoonlijke voorkeuzen instellenN
Nummer van de persoonlijke voorkeuze
Alle persoonlijke voorkeuzen wissen
Als u alle Persoonlijke voorkeuze-instellingen wist, blijven de instellingen
van [8C.Fn III -4: Aangepaste bediening] toch behouden.