Operation Manual

8
: Aangepaste bediening
438
Wanneer u voor flitsfotografie op de knop drukt die aan deze functie
is toegewezen, wordt er voorgeflitst en wordt de vereiste flitsoutput
(FE-vergrendeling) vastgelegd.
U kunt de ISO-snelheid instellen door <
0
> ingedrukt te houden en
aan het instelwiel <
6
> te draaien. Als deze functie wordt gebruikt
terwijl ISO auto is ingesteld, dient de ISO-snelheid handmatig te
worden ingesteld. Als u deze functie in de modus <
a
> gebruikt, kunt
u de belichting aanpassen via de ISO-snelheid en daarbij de ingestelde
sluitertijd en het diafragma behouden.
U kunt de belichtingscorrectie instellen door <
0
> ingedrukt te houden
en aan het instelwiel <
6
> te draaien. Dit is handig wanneer u de
belichtingscorrectie wilt instellen in handmatige belichting <
a
> met
ISO auto ingesteld.
In handmatige belichting <
a
> kunt u de sluitertijd instellen met het
instelwiel <
6
> of <
5
>.
In de modus <
a
> (handmatige belichting) kunt u het diafragma
instellen met het instelwiel <
5
> of <
6
>.
Druk op <
0
> om het instelscherm voor belichtingscorrectie (pag. 230)
voor de bevestigde (ingebouwde of externe) flitseenheid op het LCD-
scherm weer te geven.
Druk op <
0
> om het instelscherm voor de flitsfunctie (pag. 237) op het
LCD-scherm weer te geven.
d: FE-vergrendeling
e: ISO-snelheid instellen (knop vasthouden, S draaien)
f: Belichtingscorrectie (knop vasthouden, S draaien)
s: Sluitertijdinstelling in M-modus
f: Diafragma-instelling in M-modus
y: Flitsbelichtingscorrectie
0/3: Flitsfunctie-instellingen