Operation Manual

451
B
-knopfuncties
Als u op de knop <
Q
> drukt, wordt Quick Control ingeschakeld voor
de opname-instellingen (pag. 56).
Als u op de knop <
f
>, <
R
>, <
i
>, <
D
>, <
S
> of <
B
>
drukt, wordt het scherm met instellingen weergegeven en kunt u
<
6
>, <
5
>, <
9
> en <
B
> gebruiken om de functie in te stellen.
Instellingen voor de opnamefunctie
Accuniveau
Sluitertijd
Auto Lighting Optimizer (Auto
optimalisatie helderheid)
Opnamekwaliteit
Opnamemodus
ISO-snelheid
Maximum aantal
opnamen
Sterkte van draadloos signaal/
Eye-Fi-overdrachtstatus
Maximale opnamereeks/Aantal
resterende opnamen met
meervoudige belichting
Witbalanscorrectie
Indicator
belichtingsniveau
Diafragma
Lichte tonen prioriteit
Pictogram Quick Control
Aangepaste bediening
AE-vergrendeling
Witbalans
Meetmethode
Flitsbelichtingscorrectie
Meerdere opnamen/HDR/
Ruisonderdrukking bij meerdere
opnamen
Transportmodus
Belichtingscorrectie
Wi-Fi-functie
AF-puntselectie
Witbalansbracketing
Status GPS-ontvangst
AF-bediening
Beeldstijl
Als u de camera uitschakelt terwijl het scherm met de instellingen voor de
opnamefunctie wordt weergegeven, wordt dit scherm opnieuw weergegeven
wanneer u de camera weer inschakelt. Als u dit niet wilt, drukt u op de knop
<
B
> om het scherm met instellingen voor de opnamefunctie te verlaten en
schakelt u de camera vervolgens uit.