Operation Manual

459
H
Eye-Fi-kaarten gebruiken
Aandachtspunten bij het gebruik van Eye-Fi-kaarten
Als [Wi-Fi/NFC] op [51: Inst. draadloze communicatie] is ingesteld op
[Inschakelen], is beeldoverdracht met een Eye-Fi-kaart niet mogelijk.
Als 'J' wordt weergegeven, is er een fout opgetreden bij het ophalen
van de kaartinformatie. Schakel de camera uit en weer in.
Zelfs als [Eye-Fi trans.] is ingesteld op [Uit], zendt de kaart wellicht nog
steeds een signaal uit. In ziekenhuizen, op vliegvelden en op andere
plaatsen waar draadloze gegevensoverdracht verboden is, dient u de
Eye-Fi-kaart uit de camera te verwijderen.
Als de beeldoverdracht niet werkt, controleert u de instellingen van de
Eye-Fi-kaart en de computer. Raadpleeg de instructiehandleiding van de
kaart voor meer informatie.
Afhankelijk van de verbinding van het Wireless LAN kan de beeldoverdracht
langer duren of worden onderbroken.
De Eye-Fi-kaart kan heet worden bij het verzenden.
De accu van de camera raakt sneller leeg.
Tijdens de beeldoverdracht werkt de functie voor het automatisch
uitschakelen van de camera niet.
Als u een andere Wireless-LAN-kaart dan een Eye-Fi-kaart plaatst,
wordt [Eye-Fi instellingen] niet weergegeven. Ook wordt het
statuspictogram <H> voor overdracht dan niet weergegeven.