Operation Manual

6
Verkorte handleiding
1
Plaats de accu
(pag. 36)
.
Zie pagina 34 voor meer informatie
over het opladen van de accu.
2
Plaats de kaart
(pag. 37)
.
Plaats de kaart in de sleuf
met de etiketzijde naar de
achterzijde van de camera
gericht.
3
Bevestig de lens
(pag. 47)
.
Plaats de witte of rode
bevestigingsmarkering op de lens
op gelijke hoogte met de
bevestigingsmarkering van
dezelfde kleur op de camera.
4
Stel de scherpstelmodusknop
op de lens in op <f>
(pag. 47)
.
5
Zet de aan-uitschakelaar op
<
1
> en stel vervolgens het
programmakeuzewiel in op <
A
>
(Scene Intelligent Auto)
(pag. 78).
Draai aan het programmakeuzewiel
terwijl u de ver-/ontgrendelknop in
het midden ingedrukt houdt.
Alle noodzakelijke camera-instellingen
worden automatisch ingesteld.
Witte markering Rode markering