Operation Manual
C
Creative Auto-opnamen
86
(2) Achtergrond wazig
•Als [
OFF/UIT
] is ingesteld, verandert de mate van
achtergrondvervaging met de helderheid van het beeld.
• Bij een andere instelling dan [
Uit
] kunt u de achtergrondvervaging
zelf instellen, onafhankelijk van de helderheid.
• Als u aan het instelwiel <
6
> of <
5
> draait om de cursor naar
rechts te verplaatsen, komt de achtergrond scherper in beeld.
• Draait u het instelwiel <
6
> of <
5
> zodanig dat de cursor naar
links gaat, dan wordt de achtergrond onscherper. Let op: afhankelijk
van het maximale diafragma van de lens (kleinste f-getal) kunnen
bepaalde instellingen op de schaal mogelijk niet worden
geselecteerd (aangeduid met •).
• In de Live View-modus kunt u de onscherpte van het beeld voor en
a
chter
het scherpgestelde punt zien. Wanneer u aan het instelwiel
<
6
> of <
5
> draait, wordt [
Wazig simuleren
] op het LCD-scherm
weergegeven.
• Zie 'Portretfoto's maken' op pagina 95 als u de achtergrond
onscherp wilt weergeven.
• Afhankelijk van de lens en de opnameomstandigheden ziet de
ach
tergrond er mog
elijk minder onscherp uit.
• Bij gebruik van de flitser kan deze functie niet worden in
gesteld.
Als <
a
> is ingesteld en u Achtergrond wazig kiest, wordt <
b
>
automatisch ingesteld.
Als [Wazig simuleren] tijdens Live View-opnamen wordt ingeschakeld, kan
het beeld dat wordt weergegeven terwijl <g> (pag. 258) knippert, meer
ruis bevatten of donkerder overkomen dan de daadwerkelijke opname.